Heel lang heb ik me onwaardig gevoeld om Gods liefde te ontvangen. Voor het eerst had ik mijn vernieuwde gedachten daarover opgeschreven. Ik schreef dat ik dacht dat dat een leugen was, dat ik daarmee het werk van God, kunstig geweven in de schoot van mijn moeder, tekort zou doen.
Als ik zoiets, wat ik al een poos had uitgedacht, dan voor het eerst 'hardop' opschrijf, kan ik me daar wat ongemakkelijk bij voelen. Ik denk dat het zo is, maar ís het dan ook wel zo? Toch heb ik de woorden laten staan. Ze verzonden.
's Avonds lig ik in bed. Mijn ogen glijden langs de regels, het is alsof God Zelf me laat zien dat Hij wel zag dat ik me even ongemakkelijk voelde en Hij Zelf bevestigen wil wat ik schreef.
'God laat zien dat de mens in Gods ogen een waarde heeft die de waarde van alle andere schepselen ver te boven gaat. Daarom hebben mensen ook nu nog een waarde die niet kan worden overtroffen.'Meer woorden heb ik niet meer nodig. Ik leg m'n boek weg, knip het licht uit en kruip diep onder de dekens. Geraakt, geliefd, bevestigd, van waarde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten